woensdag 7 juni 2017

Hoofdstuk 63, Mary en Jitske Sprinklergewitter




En dan is er nog de kwestie puzzelneef. En je weet, de een z’n neef is de ander z’n oom.

We hebben nog helemaal geen kennis gemaakt met neef Jitske Sprinklergewitter maar eigenlijk heet hij gewoon Philox Pallaso en we noemen hem oom Phil, dat je weer uitspreekt als oom Fil. Maar als je hé roept reageert hij ook.

Een interessante jongen die later ook het Lokemon uit gaat vinden. Reken op een hoofdstuk of tien verder. Hij woont in dezelfde straat als Oom Thomas, en nu is hij op bezoek bij Liselore, die er niet is en hij moet het doen met Mary. Dat vindt Mary niet erg want ze mag Fil wel. Hij is – op Kevin na – wel zo’n beetje de enige man ter wereld die niet eerst naar haar benen en in haar blouse kijkt.


Fil kan niet anders dan altijd maar weer puzzelen en puzzels maken. Mary gaat er eens voor zitten en Fil begint.


“Een boer en boerin moeten samen naar overkant van de rivier….” begint hij als Mary roept: “die ken ik al! Met een geit en een wolf en een bloemkool geloof ik.”

“Ja, zoiets “zegt Fil, “maar dan wat uitgebreider. Let op:

Een boer en boerin moeten samen wat dieren, wat mensen en wat eten naar de overkant van de rivier brengen.

De boer heeft een roeiboot en de boerin een motorboot.

Midden op de rivier moeten ze door een deur.

Overgebracht moet worden:

·         Een wolf
·         Een witte geit en een zwarte geit en een zwart-witte bok
·         Zes winterpenen en drie boerenkolen
·         Een rookworst van de Hema en een van Unox
·         Een pot mosterd
·         Roodkapje
·         Een urn met grootmoeder
·         Het kunstgebit van grootmoeder
·         Een geladen dubbelloops jachtgeweer

Hoe krijgen de boer en boerin dat spul naar de overkant?”


Mary kijkt verdwaasd om zich heen: “Denk je dat ik dat kan onthouden?”

“Ik heb het opgeschreven, maar er is nog meer, je moet ook nog rekening houden met dit:


·         De boer en de boerin zijn al een aardig tijdje getrouwd en kunnen niet door één deur en mogen ook niet samen in één bootje
·         De boer was vroeger Jehova's getuige en heeft goed geleerd een voet tussen de deur te houden
·         De witte geit kan niet bij de bok alleen worden gelaten. De geit is nog maagd en dat moet zo blijven en ze kan maar drie winterpenen op
·         De zwarte geit is nogal gruizig en wil graag bij de bok blijven, maar lust geen winterpenen
·         De wolf lust geiten, mensen en worsten, maar geen groenten en mosterd
·         De zwarte geit heeft geen tanden, maar kan wel worsten oplikken
·         De boerin is gek op Hema worst en de boer op Unox
·         Roodkapje kan niet zelf lopen omdat ze haar voet heeft verzwikt toen ze de glazen muiltjes van Assepoester paste. Ze heeft twee krukken
·         De witte geit lust alle groenten en alle soorten worsten, maar geen mosterd
·         De boerin heeft maar benzine voor vijf enkele reizen tussen de beide oevers
·         Midden in de rivier drijven twee extra roeispanen

Dus hoe krijgen de boer en boerin dat spul nu naar de overkant?”

Mary is alle aandacht kwijt en speelt een spelletje op haar telefoon.


Fil geeft het briefje aan Mary en zegt: “Binnenkort kom ik terug. Ben benieuwd of je er uit komt lieve schat.”

Mary slaat haar ogen ten Hemel, maar er komt geen hulp en het blijft stil daar vandaan.


G.D. 7 juni 2017


*) Bloemkool is Boerenkool