Carl en Billjet lopen bij Opa Bill naar binnen die aan het
trainen was en net een ijzeren stang van drie centimeter dik stond op te
vouwen. Carl kent Opa Bill wel een beetje, maar wordt nu toch wat bleekjes om
zijn neus en laat zachtjes hele kleine poepjes. Samen drinken ze een paar
borrels, Beerenburg, want dat is lekker donker, en als Opa even naar de wc gaat,
haalt Carl zijn scheerapparaat uit zijn zak en probeert die leeg te kloppen in
een borrelglaasje. Dat gaat moeilijk, omdat het zo’n klein glaasje is en
helemaal moeilijk als je staat te bibberen van de zenuwen. En dat deed hij,
onze Carl.
En als Opa terug is ligt driekwart van de snorharen ernaast maar Opa
ziet het niet. Wat hij wel ziet, is dat er allemaal troep in zijn borrel drijft
en hij denkt na. Zijn spieren werken wel snel, maar zijn hersens hebben wat
aanloopproblemen. Opa Bill had in vroeger tijden een Russisch/Portugese vrouw gehad, van
één meter 38 met hele grote soepogen. Maar ook met een rijke oom en die heeft hij voortijdig naar de
engelen gezonden. Ook door snorharen. Plotseling weet hij het allemaal weer.
Spieren spannen zich aan en zwellen op als ballonnen.
Billjet kijkt met waterige ogen fluitend naar het plafond
en Carl laat nu hele grote poepjes onder het wegrennen. Toen Opa ontplofte was
Carl al drie straten verderop. Billjet was iets later. Te laat.
G.D. 15 april 2017